|
Opgericht in een Libisch vluchtelingenkamp begin jaren ’80, bouwde deze Malinese-Berber groep gedurende hun lange bestaan een fameuze reputatie op. In het Tamasheq, de algemene voertaal van de Toeareg betekent hun naam zoveel als ‘Woestijnen’. Hun muziek wordt het best omschreven als desertblues en Tinariwen mag zich met recht en rede de vaandeldragers, de pioniers – zeg maar gerust de grondleggers - van het genre noemen. In hun kielzog circuleren bands als Tamikrest, Terakaft en Imarhan (deze laatste zijn trouwens familie). Hun muziek wordt gekenmerkt door de klagerige, soms ééntonige gezangen (soort van vraag en antwoord) ondersteund door westerse muziekinstrumenten.
Het resulteert in uiterst dansbare, zwoele, melancholische en zweverige muziek. Het geheel kabbelt verder op het ritme van de Sahara. Het klinkt allemaal heel etnisch en toch is er die herkenbare westerse toets die de muziek zo toegankelijk maakt. Als band speelde Tinariwen op zowat elk groot festival gaande van Glastonbury, Coachella en Roskilde tot zelfs on eigenste Blues Peer toen dit nog Belgian Rhytm & Blues Festival noemde. Ze wonnen tevens ook vele Grammy’s waaronder die van Grammy voor Best World Music Album. In het verleden lieten ze zich verleiden en gingen ze samenwerkingen aan met oa. Mark Lanegan, Kurt Vile en voor hun laatste album ‘Amadjar’ kregen ze hulp van Warren Ellis (Nick Cave & the Bad Seeds), Stephen O’Malley, Cass McCombs, en Micah Nelson (zoon van countrylegende Willie Nelson). Het was natuurlijk dit nieuwste album dat uitvoerig aan bod kwam in een overvolle Depot op deze eerste koude zondagavond. Het verschil kon niet groter zijn. Buiten temperaturen die flirtten met de nulgrens, binnenin bijna tropisch warm. Iets na negen begonnen de muzikanten van Tinariwen eraan. Getooid in hun vaderlandse klederdracht, inclusief de lange gewaden en tulbanden waarbij enkel de ogen zichtbaar waren, kwamen ze één voor één het podium opgewandeld. Een eerste impressie die op zijn zacht gezegd redelijk indrukwekkend en imposant mag genoemd worden. Abdallah AG ALHOUSSEYNI mocht de spits afbijten en deed dit ingetogen en rustig op akoestische gitaar. Bijgestaan door Eyadou AG LECHE, Said AG AYAD, Elaga AG HAMID, Sadam Iyad ABDERHAMANNE. Twee percussionisten (conga’s, bongo’s, djembés en allerhande slaginstrumenten die met de handen werden bespeeld), een linkshandige bassist die net als Jimi Hendrix destijds gewoon de basgitaar ondersteboven bespeelde en een elektrische gitarist die zich gedurende gans het optreden wat op de achtergrond hield. Ook Hassan AG TOUHAMI was van de partij en al vanaf de eerste noten weerklonken, zette hij zijn dans in met die typische pols- en handbewegingen en de korte huppelende pasjes. Een dans die zo eigen is aan de Arabische cultuur. Hij zou dit het ganse optreden door volhouden en het publiek aanvuren om mee te doen. Abdallah van zijn kant bewees over snelle vingers te beschikken en toverde de ene na de andere hypnotiserende gitaarriff uit zijn hangmouwen. Hij wisselde de akoestische gitaar voor de elektrische en dan was het de beurt aan Ibrahim AG ALHABIB om zich op het podium te begeven. Hij wordt algemeen beschouwd als de oprichter van dit Touareggezelschap. Bijna alle leden van de band zijn van Toeareg afkomst uit de Sahelregio die zich in de jaren ’60 vestigden in de meer noordelijk gelegen steden omdat ze hun nomadenbestaan niet konden aanhouden wegens de uitzonderlijke droogte. Een deel van de bandleden was actief in de vrijheidsstrijd voor de nomadenbevolking. Hun nummers meestal in het Tamasheq gezongen, soms in de Franse taal, zijn dan ook heel politiek getint. Tinariwen is altijd al een politieke band geweest en het collectief voelt zich verplicht in de muziek de lokale uitdagingen van de regio aan te kaarten. Het Saharagebied krijgt ten gevolge van klimaatverandering, gebrek aan grondstoffen en politieke instabiliteit steeds uitdrukkelijker te maken met militarisering en oprukkend religieus extremisme en dat komt dan ook meer naar voren in de muziek. Je hoeft de taal niet te begrijpen om je toch te kunnen inleven in hun leefwereld. Vandaar de term woestijnblues, de muziek van de onderdrukten. Ibrahim heeft een zekere tristesse over zich. Zijn gelaatsuitdrukking en zijn ogen verraden dat de man heel wat heeft meegemaakt en gezien in zijn leven. Hij is de enige van het zevenkoppig gezelschap zonder hoofddeksel en zijn warrige krullenbol geeft hem een soort van sacrale waardigheid. Schijnbaar emotieloos maar binnenin brandt het Heilige Sahelvuur volop. Met nummers als ‘Madjan Meden’ en ‘Tamatent’ is het de beurt aan de dansende Hassan om het volk op te zwepen. Hij blijkt niet alleen een uitmuntend danser te zijn ook zijn kletterend gitaarspel mag er wezen. De ijle klanken die hij uit zijn instrument haalt zijn typerend voor de hypnotiserende sound van deze muziek. Muziek die je meeneemt naar verre oorden en die je doet dromen van wapperende tentzeilen en wiegende palmbomen gelegen aan een verkwikkende oase. Muziek van duizend en één nacht.
Tinariwen’s set zit vernuftig in mekaar. Kalme, bezwerende songs wisselen af met hevigere en dansbare pulserende beats. Het publiek lust er wel thee van en laat zich gewillig meevoeren. Publiek van divers pluimage ook. Jonge alternatievelingen maar ook het oudere concertvolkje is op de afspraak, allen verenigd in een spirituele groove die uitgedragen wordt door deze woestijnmannen. Ibrahim en Abdallah kijken met pretoogjes de zaal in en nemen het uitbundig applaus en gejuich in dankbaarheid aan. Met ‘Taqkal Tarha’ zijn we toegekomen aan de finale van dit toch wel uitzonderlijk concert. Alle registers worden nog eens opengetrokken en er wordt gedweept met de laaiend enthousiaste menigte. Natuurlijk mag en kan een toegift niet uitblijven. We krijgen er zelfs twee toebedeeld. Het is terug Abdallah die enkel voorzien van zijn akoestisch gitaar het podium van onze Leuvense muziektempel betreedt. Hij vraagt en krijgt ook stilte want het is tenslotte vanuit stilte dat muziek werd geboren. Met virtuoos gitaarspel wordt de song ‘Wartila’ ingezet en na een meesterlijke intro komt ook de rest van de band hem vervoegen. Met ‘Chaghaybou’, dat op heel wat herkenningsapplaus kan rekenen, worden nog eens alle remmen losgegooid en krijgen we een fenomenaal einde van een begeesterend concert. Dank aan het Depot om zulke bands te programmeren. Zijn er festivalpromotors die het aandurven deze woestijnbluesmuzikanten volgende zomer op hun affiche te plaatsen? Ik ben benieuwd?
Tekst: Huibbe
Foto’s: Ann Saenen
Setlist:
Lawni/Anina/Takount/ImidiwanWinSahara/Amalouna/Chabiba/KelTinawen/Madjan Meden/Tamatent/Talyat/Assawt/Sastannaqqam/Tenere Maloulat/Matadjam/Amassakoul/Clegh Achel/Taqkal Tarha//// Wartila/Chaghaybou
|